Oproep tot het indienen van voorstellen - INTERREG

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

 

Studie naar een beleids- en regelgevingskader om het gebruik van de Construction Consolidation Centers (CCC) voor bouwmaterialen in het Noorden (Vergotedok) en het Zuiden van Brussel (Biestebroekdok) te verhogen

 

De Haven van Brussel lanceert een oproep tot het indienen van voorstellen voor het uitvoeren van een studie die een stappenplan/actieplan uitwerkt voor de ontwikkeling van een beleids- en regelgevingskader dat het gebruik van de CCC's in het Noorden (Vergotedok) en het Zuiden van Brussel (Biestebroekdok) kan verhogen. Het CCC in het Noorden is operationeel sinds 2018 en bestaat uit een terrein van 8.754 m² en een magazijn van 639 m² (zie plan in bijlage I). Een uitbreiding van het CCC naar het zuiden van Brussel (Anderlecht) is momenteel in voorbereiding en zal in de komende maanden worden uitgetest. Het voorziene terrein (rechteroever van het Biestebroekdok) langs het kanaal heeft een totale oppervlakte van 9.694 m² + 2.056 m² aan kadeoppervlakte (zie plannen in bijlage II). In 2014 werd een overslagplatform van 1.992 m² gebouwd. In 2020 werd een oproep tot het indienen van voorstellen gedaan om een ontwikkelaar/concessiehouder voor het terrein te vinden (zie bijlage III). Deze opdracht werd in 2021 gegund. Om het gebruik van de CCC's te verhogen, moet worden gerekend op ondersteunende beleidsmaatregelen en regelgeving. Geïnteresseerde kandidaten worden uitgenodigd om een studievoorstel in te dienen, waarin ze alle noodzakelijke aspecten, voorwaarden en stappen uiteenzetten die genomen moeten worden om een beleids- en regelgevingskader te creëren dat het gebruik van de CCC's in Brussel kan bevorderen. 

 

Context

 

CONNECTing North Sea Region's TEN-T nodes - Support intermodality growth in the North Sea Region through smart efficiency enhancements' (North Sea CONNECT) is een Europees project binnen het Interreg Noordzeeregio-programma.  

 

De Noordzeeregio (NSR) is een van de belangrijkste logistieke regio's in Europa: In de NSR bevinden zich niet alleen de grootste zeehavens, maar ook veel intermodale vervoersknooppunten. Deze intermodale knooppunten zijn bij uitstek geschikt voor het vervoer van goederen van en naar de vraag- en aanbodmarkten. Om de aantrekkelijkheid van een locatie en haar marktpotentieel, d.w.z. de haalbare markt, te vergroten, zijn efficiënte, slimme en ecologische vervoersnetwerken nodig. De intermodaliteit moet een concentratie van transnationaal verkeer en lange-afstandsstromen mogelijk maken, en door hun integratie zorgen voor een zeer hulpbronnenefficiënt gebruik van de infrastructuur.

 

Momenteel legt het beleid inzake het trans-Europees netwerkvervoer (TEN-T) sterk de nadruk op de ontwikkeling van het kernnetwerk, de belangrijkste vervoersassen in Europa. Het hele handels- en bedrijvennetwerk is echter niet alleen afhankelijk van de grote knooppunten, maar ook van het hinterland. Om de efficiëntie van de vervoersstromen op een holistische wijze te verhogen, omvat het project dus zowel de grote als de meer afgelegen vervoersknooppunten om leermogelijkheden te creëren. 

 

De algemene projectdoelstelling is het ondersteunen van slimme intermodale groei in de NSR door middel van efficiëntieverbeteringen. De gedetailleerde projectdoelstellingen zijn:

 

  • Introductie van nieuwe slimme processen en tools (slimme intermodaliteit);
  • Ontwikkeling van strategieën voor slimme efficiëntieverbeteringen (slimme interventies)

Pilootproject “Smart City Port Distribution”

 

Binnen de hierboven geschetste context voert de Haven van Brussel het pilootproject "Smart City Port Distribution" uit om de volgende uitdagingen aan te gaan:

 

Uitdaging 1: efficiënt vrachtvervoer tussen zeehavens en hun hinterland

Brussel is een belangrijk verbruikscentrum voor de bouwsector. Meer dan 75% van de 2,5 miljoen ton overgeslagen bouwmaterialen in de Haven van Brussel komt uit Nederland of Antwerpen. Naar schatting wordt momenteel slechts 5 tot 10% van de Brusselse bouwstromen over water vervoerd. De congestieproblemen rond de zeehavens en in Brussel zijn deels te wijten aan ontbrekende verbindingen tussen de zeehavens en hun hinterland. Vervoer over water is een oplossing om deze verbindingen te (her)creëren en het grootschalige gebruik van vrachtwagens voor het vervoer van goederen te verminderen.

 

Uitdaging 2: mobiliteit van goederen binnen stedelijke gebieden

Zoals veel andere grote steden binnen de NSR kampt Brussel met zware congestieproblemen, wat leidt tot uitdagingen op het vlak van mobiliteit en logistiek voor het vrachtvervoer in stedelijke gebieden, in het bijzonder voor de bouwsector. Verder stellen zich, samengevat, nog de volgende problemen:

  • Een sterk gefragmenteerde sector met meerdere actoren/geen enkele gesprekspartner -> gebrek aan betrouwbaarheid van leveringen (naleving van planning en kwaliteit);
  • Toenemende concentratie van activiteiten in de stad/beperkte ruimte op de bouwplaats voor logistieke activiteiten (lossen, opslag, enz.) -> risico's in verband met de hantering van goederen;
  • Toename van renovatieprojecten en -stromen;
  • Gebrek aan zicht op het leveringsschema;
  • Traceerbaarheid van materialen op de bouwplaats;
  • Toegankelijkheid van bouwplaatsen;
  • Beperking van het vervoer in de stad en bindende leveringsuren -> onvoldoende flexibiliteit bij de leveringen (tijd en ruimte op de bouwplaats) en onvoldoende flexibiliteit bij de producenten.

 

Rekening houdend met de hierboven beschreven uitdagingen heeft dit pilootproject twee doelstellingen:

 

  • Het versterken van de hinterlandverbindingen tussen de Noordzeehavens en de Brusselse regio via het kanaal Antwerpen-Brussel-Charleroi;
  • Het optimaliseren van de globale bevoorradingsketen en stadsdistributie voor bouwplaatsen.

 

Concreet wil dit pilootproject de mogelijke uitbreiding testen van het Construction Consolidation Center voor bouwmaterialen (CCC) in het Noorden (Vergotedok) naar het Zuiden van Brussel (Biestebroekdok) toe. Hiermee wil men het gebruik van de waterweg voor de samengevoegde bevoorrading van bouwmaterialen (pallets, bigbags, mobiele boxen, enz.) verder ontwikkelen, met speciale aandacht voor de organisatie van de laatste kilometer en voor de hele bevoorradingsketen van bouwmateriaalproducenten tot de eindgebruiker (bouwplaatsen)[1]. Ook is het de bedoeling om een gunstig beleids- en regelgevingskader tot stand te brengen dat het gebruik van beide CCC's in Brussel verhoogt.

 

Een CCC is een slim en innovatief logistiek concept dat erop gericht is de logistieke keten van bouwmaterialen in stadscentra[2]te verbeteren. Het Brussels Construction Consolidation Center is een intermodale distributiefaciliteit waarlangs de levering van bouwmaterialen aan bouwplaatsen wordt gekanaliseerd. Grote volumes van verschillende soorten bouwmaterialen worden via de binnenvaart aangevoerd en opgeslagen in het CCC. Hier worden ze gebundeld en geconsolideerd en vervolgens per vrachtwagen via just-in-time leveringen naar bouwplaatsen in het centrum van Brussel vervoerd. Dit vermindert het bouwverkeer in de stad, leidt tot een vermindering van congestie, lawaai, vervuiling en koolstofemissies en verbetert de omgekeerde logistiek.

 

Dit zal bijdragen tot een toename van de intermodaliteit, aangezien het direct de verbinding van het hinterland met de Nederlandse en Vlaamse zeehavens en indirect de verbindingen op de TEN-T-corridors Noordzee-Middellandse Zee en Rijn-Alpen bevordert.

 

 

Traditionele toeleveringsketen:                                                                                           Toeleveringsketen met een CCC:            

 

Supply chain

 

Het huidige CCC Noord is sinds 2018 operationeel en wordt geëxploiteerd door Shipit Multimodal Logistics. Een van de belangrijkste vereisten voor het succes van een CCC is de afstand tot de bouwplaatsen, deze mag niet meer dan 5 kilometer bedragen. Om de intermodaliteit en de bevoorrading van het zuidelijk deel van Brussel via een CCC te verhogen, is het dus nodig om het concept naar het zuiden uit te breiden. Een studie uitgevoerd door Technum in 2013[3] "Study on the Development of Multi-Purpose Canalside Transshipment Platforms in the Brussels Region" wees het Biestebroekdok aan als een ideale locatie voor de bevoorrading van het zuiden van Brussel via intermodale leveringen (zie verslag in bijlage IV).

 

Studie van het beleids- en regelgevingskader

 

De voorziene studie schetst een stappenplan voor de ontwikkeling van een gunstig beleids- en regelgevingskader met het oog op een verhoogd[4] gebruik van de CCC's in Brussel. Hierbij wordt rekening gehouden met inspirerende voorbeelden uit België en het buitenland, met inbegrip van de volgende aspecten:

 

  • Overzicht en analyse van het huidige beleids- en regelgevingskader met betrekking tot de levering van bouwmaterialen in de stad;
  • Rekening houdend met de complexe overheidsstructuur in Brussel, op welk niveau moeten stappen worden ondernomen (regionaal, lokaal) en welke instellingen moeten bij elke fase van het regelgevingsproces worden betrokken?;
  • Concreet actieplan (met tijdschema) en aanbevelingen voor een gunstig beleids- en regelgevingskader;
  • Het verwachte effect van de voorgestelde regelgeving op de logistieke stromen naar bouwplaatsen toe (in vergelijking met BAU);
  • Elk ander aspect dat in aanmerking moet worden genomen...

In de hoger beschreven context worden concreet de volgende te leveren prestaties verwacht:

 

  • Tussentijds verslag
  • Eindverslag bestaande uit een actieplan/stappenplan waarin alle grote stappen worden uiteengezet die moeten worden genomen om een gunstig beleids- en regelgevingskader tot stand te brengen dat het gebruik van de CCC's in Brussel doet toenemen.

Duur en praktische vereisten voor het project

 

De studie zal afgerond zijn tegen eind 2022.

 

De Haven van Brussel voorziet in een totaalbudget van maximaal 30.000.

 

Belangrijke opmerking:

 

Het toegekende bedrag zal, voor zover van toepassing, de "de minimis[5]"-verordening volgen: elke ontvanger van deze subsidie volgens de Europese "de minimis"-regels (bv. bedrijf, private commerciële organisatie, enz.) moet de verordening naleven. De ontvanger mag dus niet meer dan 200.000 euro aan overheidssteun ontvangen over een periode van drie jaar. De toegekende bedragen moeten worden aangepast om aan deze eis te voldoen. In voorkomend geval moet de begunstigde bij de steunverlenende overheid een verklaring indienen, op papier of per e-mail, betreffende de andere "de minimis"-steun die hij gedurende de laatste twee belastingjaren en in het lopende belastingjaar heeft ontvangen.

In de hoger genoemde verordening wordt de term "één onderneming" gebruikt. Voor de toepassing van de verordening worden onder "één onderneming" alle ondernemingen verstaan waartussen minstens één van de volgende banden bestaat:

  1. één onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten in een andere onderneming;
  2. één onderneming heeft het recht om de meerderheid van de leden van het directie-, management- of toezichthoudend orgaan van de andere onderneming te benoemen of te ontslaan;
  3. één onderneming heeft het recht om een controlerende invloed op de andere onderneming uit te oefenen, op grond van een overeenkomst met laatstgenoemde onderneming of op grond van een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming;
  4. één onderneming is aandeelhouder of partner van een andere onderneming en heeft, op grond van een overeenkomst met andere aandeelhouders of partners van laatstgenoemde onderneming, als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of partners van laatstgenoemde onderneming. 

Ondernemingen die via één of meerdere andere ondernemingen een van de in de punten 1 a) tot en met 1 d) bedoelde banden onderhouden, worden eveneens als één enkele onderneming beschouwd.

 

Inhoud van de inschrijvingen

 

De kandidaat is verplicht om bij zijn inschrijving de hieronder vermelde documenten te voegen. Anders wordt zijn inschrijving onontvankelijk verklaard.

 

Het dossier moet de volgende documenten bevatten:

 

  1. het bewijs van inschrijving van de kandidaat bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (of gelijkwaardig in het geval van buitenlandse ondernemingen) en het attest (de attesten) waaruit blijkt dat de kandidaat voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen;
  2. de balans en de winst- en verliesrekening van de afgelopen drie jaar;
  3. nuttige informatie over de rechtsvorm en de aandeelhoudersstructuur van de kandidaat;
  4. een nota waarin de studie wordt voorgesteld en gedetailleerd wordt beschreven (concept, programma, tijdschema);
  5. een verklaring inzake de 'de minimis'-steun.

Selectiemethode voor kandidaten en projecten

 

Selectiecriteria met hun relatief belang (op 100)

 

Het projectvoorstel wordt beoordeeld op basis van de volgende elementen:

 

    • Voorgestelde methodologie voor het uitvoeren van de opdracht (30/100);
    • Technische ervaring en bekwaamheid (kwaliteit van het voorgestelde team) (25/100),
    • De prijs (25/100):
      • Het eerste bod behaalt het maximale aantal punten, namelijk 20 punten;
      • De volgende boden krijgen tussen 0 en 20 punten, op basis van de volgende berekening: aantal punten = 20*Kmin/K, waarbij "K" de prijs is van de inschrijving die in de rangschikking is opgenomen (in euro's) en Kmin de prijs is van de inschrijving die als eerste in de rangschikking is opgenomen (in euro's),
    • Ervaring met soortgelijke opdrachten die in de afgelopen vijf jaar zijn uitgevoerd (20/100).

Wijze van weging

 

De inschrijver krijgt een specifieke score toegekend op basis van de volgende waarden:

 

0%

Nul

15%

Zeer onbevredigend

30%

Onbevredigend

50%

Bevredigend

70%

Meer dan bevredigend

85%

Zeer bevredigend

100%

Uitstekend

 

Indiening van de projectvoorstellen

 

De offertes moeten tegen 9 mei 2022 om 12.00 uur 's middags ingediend zijn.

 

Ze kunnen per e-mail worden verzonden naar Désirée Simonetti, European Projects Attaché: dsimonetti@port.brussels.

 

Bijlagen

 

Bijlage I: Plan CCC Noord

Bijlage II: Plan CCC Zuid     

Bijlage III: Oproep tot het indienen van voorstellen voor de ontwikkeling van het Biestebroekdok

Bijlage IV: Technum-studie

 

[1] BDO Advisery BV voert momenteel een haalbaarheidsstudie met betrekking tot deze uitbreiding uit.

[2] https://www.youtube.com/watch?v=Gpv3Yi8ngIs en https://www.youtube.com/watch?v=Fci1sxkYcug&t=1s

[3] Mee gefinancierd door het INTERREG NWE IV-programma in het kader van het project "Connecting Citizen Ports 21".

[4] Londen kan in overweging worden genomen: Wilson James Construction Consolidation Center.

[5] Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.

Gepubliceerd op 14/04/22